Hij is dan ook een beetje mysterieus. Al is het alleen al omdat zijn herkomst vooralsnog onduidelijk is. Er zijn er die beweren dat hij uit Zuidoost-Europa komt, maar de Chinezen en de Japanners claimen eveneens zijn roots. We hebben het over de Physalis. En dan in het bijzonder de Physalis alkekengi var. Franchetii. De échte lampionplant.
Als subtiele zomerbloeier is ze minder bekend. Ze heeft dan kleine stervormige roomwitte bloemetjes die om beurten bloeien. Laat u niet misleiden door de schoonheid ervan. De bloemetjes zijn giftig. Eenmaal uitgebloeid wordt het een ander verhaal. Er vormt zich dan een eetbare vrucht die in menig restaurant het bord versierd.
Deze vrucht is fris zoetzurig van smaak en behalve dat deze dienst doet als versiersel zit het ook boordevol vitamine C en schijnt ze zelfs een heilzame werking te hebben voor de nieren en de blaas.
De vruchten worden beschermd door een papiermaché-achtige lampion die langzaam oranje kleurt die de meeste mensen wel herkennen. De oranje lampionnetjes doen het, na te zijn gedroogd, heel erg goed in herfstboeketten, maar ook als enkeling in een vaas vormen ze een opvallende eyecatcher.
Deze vaste plant doet het goed in de Nederlandse tuin. Ze wordt ongeveer een meter hoog en u heeft vele maanden plezier van. Van de bloei in mei tot aan de lampionfase in de herfst Daarna zal het bovengrondse deel van de plant afsterven, om in het voorjaar weer voorzichtig op te komen.
Wilt u de vruchten eten en smaken ze in plaats van fris bitter? Dan zijn ze tijdens het plukken in aanraking geweest met de lampionnen. Let daar dus goed op.
Trek ook handschoenen aan wanneer u de stengels wilt plukken om te drogen. De stengels bevatten een licht giftige sap die voor een allergische reactie kunnen zorgen.
Naar het overzicht