‘Zeg, wat doen jullie eigenlijk met al dat tuinafval?’
Een vraag die we meerdere keren per week horen. Tijdens het snoeien van de hortensia’s deze week kreeg Ad deze vraag opnieuw.
Begrijpelijk, want al het groenafval laden we keurig op onze bedrijfsauto’s, waarna we aan het einde van de dag met al dat groen de straat weer uitrijden, om vervolgens de volgende ochtend met een lege wagen weer terug te keren.
De mensen die ons bedrijf kennen, weten dat we midden in de stad zitten gevestigd. Dat we deze vraag met regelmaat krijgen is eigenlijk wel logisch.
Het antwoord van Ad was vele malen minder logisch. Zonder blikken of blozen vertelde hij kalm dat we aan het einde van de dag een kar vol chemisch afval hebben, dat zo snel mogelijk naar een professionele verwerker wordt gebracht.
Aan de verbaasde gezichten te oordelen was het toevoegen van enige tekst en uitleg noodzakelijk.
Een plant maakt van koolstof zuurstof. In die hoedanigheid is hij welbeschouwd een chemisch fabriekje. Ons afval wordt bij de verwerker gezien als bedrijfsafval, waar het een label ‘vervuiling’ krijgt. Toegegeven, dat is met klasse 1 heel gering. Maar toch valt ons groenafval daarmee onder de noemer chemisch afval.
Getuige het feit dat de compost die ontstaat van ons afval in pure vorm veel te scherp is voor de tuin. Er kan bij het gebruik van deze pure compost verbranding ontstaan.
Daarom wordt er bij de afvalverwerker een mix van grond en zand aan toegevoegd, waarna het tuinafval vervolgens weer als tuinaarde wordt verkocht.
Hoe zit het dan met planten die we volledig uit de tuin verwijderen? Bijvoorbeeld wanneer een opdrachtgever de vlinderstruik in de tuin graag wil laten vervangen voor iets anders. Ook deze vraag krijgen wij vaker.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, wordt de beplanting die wij in zijn geheel uit de tuin verwijderen ook naar de afvalverwerker gebracht.
Wanneer men dat te horen krijgt is de eerste reactie meestal dat het hartstikke zonde is.
Dat lijkt inderdaad het geval. Maar… wanneer wij deze planten elders hergebruiken, dan lopen wij een enorm risico. Ziektes, schimmels, onkruiden en ongedierte in planten zijn lang niet altijd goed zichtbaar, maar kunnen wel enorm besmettelijk zijn. In het ergste geval heeft u plotseling een tuin vol zevenblad of erger, kan een ziekte die met een plant wordt meegebracht de hele tuin aantasten met alle gevolgen van dien.
Datzelfde risico geldt uiteraard voor planten die van de kweker komen en voor planten die van het ene land, het andere land binnenkomen.
Om te voorkomen dat er ziektes, schimmels, onkruiden en/of ongedierte worden meegeleverd, krijgen de planten een NAK-certificaat. NAK is de instantie die inspecties uitvoert bij handelaren en kwekers. Worden de planten goedgekeurd, dan krijgt de plant een paspoort en wordt hij in de plantenbibliotheek opgeslagen.
Net als de meeste andere hoveniers, werken wij uitsluitend met NAK-gecertificeerde beplanting. U bent dan niet alleen verzekerd van gezonde planten, maar krijgt tevens garantie op de beplanting. (Mits hij ook voldoende voeding en water heeft gekregen van u)
Rond deze tijd van het jaar zien we in veel buurtschappen dat er ruilmarkten en plantjesmarkten door particulieren worden geïnitieerd. Ons advies is om erg voorzichtig te zijn met het ruilen of kopen van planten afkomstig uit een particuliere tuin die duidelijk geen NAK-certificaat hebben.
Naar het overzicht